Smart Mobility biedt middelen en mogelijkheden om te werken aan veiliger, duurzamer en rechtvaardiger mobiliteit. Maar dit werkt alleen als je als overheid (1) weet hoe een Smart Mobility-oplossing bijdraagt aan je beleidsdoelen, (2) er structureel tijd en middelen beschikbaar zijn voor deze toepassing en (3) de randvoorwaarden rondom dataverzameling, -verwerking en -opslag goed zijn geborgd.
De Rijksmonitor voor Smart Mobility maakt een onderscheid naar drie typen toepassingen:
- voertuigautomatisering
- verkeersmanagement en informatiediensten
- mobiliteitsdiensten
Voertuigautomatisering gaat over alle toepassingen die de bestuurder helpen om veiliger, duurzamer en comfortabeler te rijden. Op dit moment zijn dit zogenaamde ADAS-systemen, maar er wordt ook geëxperimenteerd met voertuigen die geheel zelfstandig kunnen rijden. Deze systemen goed en veilig laten functioneren, kan een wegbeheerder via de weginrichting, maar ook door de data over het eigen wegennet actueel te houden en te delen.
Voor verkeersmanagement en informatiediensten is het ook belangrijk dat een wegbeheerder actuele informatie over de eigen wegen deelt, maar ook dat de verkeersmanagementsystemen, zoals verkeerslichten, voldoen aan landelijk afgestemde standaarden.
Voor mobiliteitsdiensten, zoals deelmobiliteit, hubs en MaaS, hebben overheden een taak om te zorgen voor een open markt. Tegelijkertijd is het belangrijk dat de privacy en online veiligheid van burgers, die deze diensten gebruiken, worden bewaakt. Tot slot is de overheid de beheerder van de openbare ruimte, wat een rol speelt bij de inrichting van mobiliteitshubs en het toestaan van aanbieders van deelmobiliteit.
Snel naar:
• Rijksmonitor voor Smart Mobility
• Landelijke mobiliteitsstandaarden